Dit is mijn vader
Gert en Ilay, vader en zoon, waren ooit een zeer succesvol team binnen de voetbaljeugd. Ze promoveerden naar de profcompetitie, maar kregen door discriminatie op de voetbalvereniging een totaal verschillende kijk op de wereld. Ze groeiden uit elkaar. In Dit is mijn vader hoopt Ilay zijn vader beter te leren begrijpen door diens leven stukje bij beetje in kaart te brengen.
Dit is mijn vader ging in maart 2010 in première en werd geselecteerd voor de Officiële Juryselectie van het TheaterFestival Nederland 2010. Hiermee behoort Dit is mijn vader tot de tien beste voorstellingen van het theaterseizoen 2009/2010. Ook werd de voorstelling geselecteerd voor Blind Date en ging in dit kader in november en januari 2011 op tournee in Nederland. Internationaal tourt de voorstelling ook in o.a. Frankrijk, Duitsland en Zwitserland.
Credits
Concept en spel: Ilay den Boer
Spel: Gert den Boer
Dramaturgie: Maya Arad
Vormgeving: Edo Sutherland
Begeleiding: Willibrord Keesen
Muziek advies: Melle Kromhout
Arrangement: Anan den Boer
Productie: Jose Schuringa
Zakelijk / artistiek leiding / publiciteit: Het Huis van Bourgondië
Coproducent: Keesen&co
Met dank aan: Nava Benyamini, Jacobien Elffers, Mathias de Koning, Stichting Nieuwe Helden, Arjen Barel, Sanne Boersma, Fransje Kruize, Joelle Emmen en alle geïnterviewden
“Die confrontatie, die er in volle hevigheid ís voor je het goed en wel in de gaten hebt, wordt zo schrijnend en keelsnoerend hard geënsceneerd dat mijn empathie van pure schrik meteen in de vader ging zitten: rustig jongen.”
Loek Zonneveld, De Groene Amsterdammer
“In Dit is mijn vader toont Ilay den Boer zijn theatertalent op volmaakte wijze, Hij durft zijn persoonlijke obsessies te uiten, en weet daaraan indringende vorm te geven.”
Kester Freriks, NRC Handelsblad
“The sincerity and appeal of the performers are unmistakable. The denouement comes perilously close to polemic, but is saved by the extraordinary gentleness with which the father wipes his naked, shivering son dry and dresses him as if he were still a child.”
Clare Shines, Financial Times